Het ontbreekt de terugdraaiende teller aan transparantie, en hij stimuleert op geen enkele manier het verbruik ‘in situ’ of de opslag van de lokaal geproduceerde energie. Dit vereist dus een overdimensionering van de netten, hetgeen suboptimaal is op maatschappelijk vlak.
Het succes van de CRM zal in grote mate afhangen van de aantrekkelijkheid van de parameters om de beleggers te overtuigen, naast volwaardig operationele regels en procedures… De duivel verbergt zich in de details. Er ligt nog een grote hoop werk te wachten. De goedkeuring door het parlement is slechts de start van het proces.
De federale ombudsman voor energie heeft zojuist zijn statistieken voor het jaar 2018 gepubliceerd. Hij meldt dat de "ontvangen klachten" met 15% zijn gestegen ten opzichte van 2017. Zoals ook erkend door de Ombudsman is deze stijging vooral te wijten aan de stopzetting van de activiteiten van een aantal leveranciers die hun hoofd niet meer boven water konden houden. Daarnaast dient de grootteorde van het probleem te worden gerelativeerd t.o.v. van miljoenen beleverde toegangspunten. Maar elke klacht is er één teveel, daarom pleit FEBEG voor een vereenvoudiging van de factuur zodat het aantal klachten kan dalen.
Weet u alles over de Belgische en internationale elektriciteitsmarkten? Je hebt ook affiniteiten met juridische, ecologische, economische en fiscale aspecten van de energiemarkt?
Vervoeg dan FEBEG als 'Regulatory Manager Electricity Markets'.
FEBEG is tevreden met de uitbreiding van de bevoegdheid van de regulator in het kader van groepsaankopen. Consumentenbescherming in de energiemarkt, gaat immers veel verder dan de energieleverancier en kan enkel gegarandeerd worden indien alle spelers en dus ook elke tussenpersoon naar de klant toe dezelfde regels hanteren.
In verschillende bedrijven in de gas- en elektriciteitssector zijn momenteel sectorale vakbondsacties aan de gang, ondanks de opstelling van een onderhandelingsagenda voor sectorale sociale discussiepunten. Werkgevers betreuren deze abnormale situatie ten zeerste: in principe zouden stakingen het laatste redmiddel moeten zijn als de onderhandelingen mislukken, niet een wapen om druk uit te oefenen op een discussie. Werkgevers blijven openstaan voor dialoog.