Artikel

Het Waalse ontwerp van tariefdecreet is niet neutraal voor de leveranciers en producenten van energie

23/11/2016

Logo Parlement de WallonieOp 12 oktober werd FEBEG gehoord in het Waalse parlement over het ontwerp van een nieuw tariefdecreet dat van toepassing is op alle distributienetbeheerders (DNB’s).
In zijn presentatie gaf FEBEG te kennen dat, hoewel dit ontwerpdecreet in de eerste plaats betrekking heeft op de DNB’s, het zeker niet neutraal is voor de producenten en leveranciers.

Vier elementen illustreren de impact van het decreet op hun capaciteit om bij te dragen tot de energietransitie in het voordeel van hun klanten:

  1. Het leveranciersmodel: het ontwerpdecreet bevestigt de rol van de leveranciers als tussenpersoon voor de facturatie voor rekening van derden: de leverancier stuurt een unieke factuur naar de klant (‘leveranciersmodel’). Bovenop het energiegedeelte voor de leverancier, bevat de factuur nog andere elementen zoals taksen, heffingen, openbaredienstverplichtingen en transmissie- en distributiekosten. Het energiegedeelte is de laatste jaren gedaald terwijl het gedeelte dat voor rekening van derden wordt gefactureerd, aanzienlijk gestegen is. Dit toenemende onevenwicht brengt de leefbaarheid van het leveranciersmodel in gevaar want de leveranciers staan alleen in voor, enerzijds, de facturatiekosten voor de meeste posten die voor derden gefactureerd worden en, anderzijds,de risico’s van wanbetaling die daarmee verband houden. FEBEG vraagt om de risico's en kosten van het leveranciersmodel opnieuw in evenwicht te brengen. Er moet een compensatie voorzien worden voor de financiële en administratieve kosten veroorzaakt door de facturatie van de netwerktarieven evenals voor de risico’s en kosten van de bijhorende onbetaalde facturen.
     
  2. Injectietarieven: FEBEG vraagt nog steeds om de injectietarieven af te schaffen omdat zij met hetzelfde bedrag de behoefte aan steun voor hernieuwbare energie via de groenestroomcertificaten verhogen. Om de competitiviteit van de Belgische productiemiddelen op Euro-regionale schaal te waarborgen, dient de situatie te worden vergeleken met de buurlanden waar deze tarieven niet bestaan of veel lager zijn. De afschaffing van de injectietarieven zou een gunstig investeringsklimaat in Wallonië creëren zodat het betere kansen zou hebben om zijn doelstellingen voor hernieuwbare energie te realiseren.
     
  3. Transparante bijdrage van de netgebruikers in de netwerkkosten: FEBEG steunt het principe dat al de netgebruikers bijdragen in de netwerkkosten. FEBEG benadrukt dat het compensatiemechanisme voor prosumenten uitgerust met zonnepanelen en een terugdraaiende teller geen rekening houdt met de hoge kosten die de leveranciers dragen om energie te leveren buiten de injectiemomenten. FEBEG pleit ervoor om slimme tellers te installeren bij de prosumenten om op transparante wijze rekening te houden met de waarde van de energie op het moment dat zij verbruikt of geïnjecteerd wordt.
     
  4. Voordelige netwerktarieven om pilootprojecten te stimuleren: de pilootprojecten van de netwerkbeheerders om de energietransitie te vergemakkelijken, verdienen het om gestimuleerd te worden met voordelige distributienetwerktarieven. FEBEG is voorstander van deze aanpak op voorwaarde dat deze projecten open staan voor iedereen en het voorwerp uitmaken van aanbestedingen bij de geliberaliseerde actoren met inachtneming van eenieders rol (deze projecten moeten absoluut op termijn overgezet kunnen worden naar de markt).
     

Vincent Deblocq, power generation & retail markets advisor, FEBEG: “FEBEG verheugt zich over de bereidwilligheid van de wetgever om de dynamiek van de energietransitie te integreren in de tariefmethodologie voor de distributie. FEBEG vraagt om evenveel aandacht te besteden aan de producenten en leveranciers van energie zodat ook zij de opportuniteiten van deze transitie kunnen ontwikkelen en Wallonië in de voordelen ervan kunnen laten delen.”