
In een Vlaamse energiemarkt die al gekenmerkt wordt door een breed en divers aanbod, lijkt de verplichte invoering van vaste contracten voor elektriciteit en gas weinig toegevoegde waarde te bieden voor de consument. Volgens FEBEG, de federatie van Belgische elektriciteits- en gasbedrijven, functioneert de markt al naar behoren en biedt ze voldoende keuzevrijheid. De maatregel gaat bovendien verder dan wat op Europees niveau wordt gevraagd.
De Vlaamse regering heeft recent beslist om de Europese richtlijn 2024/1788 te vertalen in regionale regelgeving. Voor elektriciteit werd de uitzonderingsbepaling zoals voorzien in de richtlijn terecht overgenomen. NB: deze verplichting tot het aanbieden van vasteprijscontracten geldt in Vlaanderen enkel voor energieleveranciers met meer dan 200.000 klanten of aansluitingen. In de praktijk zijn dat slechts drie à vier leveranciers in Vlaanderen.
Daarnaast is echter ook de verplichtingen toegevoegd om minstens één vast contract aan te bieden voor aardgas – iets wat de Europese (elektriciteits)richtlijn niet vereist.
FEBEG is van mening dat deze uitbreiding niet noodzakelijk is in een markt die al bijzonder competitief is. Vlaanderen kent een van de hoogste switchpercentages van Europa en een ruim en gevarieerd aanbod aan energiecontracten.
De Vlaamse markt telt momenteel meer dan 30 actieve energieleveranciers (elektriciteit &/of gas) goed voor 153 elektriciteitscontracten waarvan 33 vast prijs elektriciteitscontracten (VREG data - 12/2024). Dit is aanzienlijk meer dan in Wallonië en Brussel, waar het aanbod beperkter is. Deze diversiteit weerspiegelt de sterke concurrentie en keuzevrijheid voor de Vlaamse consument.
Vaste contracten zijn vandaag al beschikbaar én populair: ongeveer een kwart van de Vlaamse gezinnen heeft momenteel een vast contract.
Een Belgische bijzonderheid is dat de vastheid van het contract enkel geldt voor de leverancier, terwijl de klant op elk moment kosteloos kan opzeggen. Dit maakt vaste contracten onnodig duur.
Als de verplichting om vaste contracten aan te bieden behouden blijft, pleit FEBEG voor de herinvoering van een proportionele opzegvergoeding, zoals voorzien in het federale regeerakkoord. Dit zou leveranciers in staat stellen om concurrerendere tarieven aan te bieden voor deze door klanten gewaardeerde producten.
De verplichting tot het aanbieden van dynamische prijscontracten wordt ook uitgebreid naar kleinere leveranciers. De markt is complex en de wensen en de noden van de klantenzijn zeer verschillend. Om hierop in te spelen wensen sommige leveranciers zich te specialiseren in bepaalde nichemarkten of doelgroepen met specifieke producten. Dat is eigen aan een vrije markt. Als de Vlaams regering toch wil doorgaan met de verplichting om dynamische contracten aan te bieden door alle leveranciers moet men voldoende tijd geven om zich aan te passen.
Marc Van den Bosch, general manager FEBEG : "Deze bijkomende verplichtingen beperken de commerciële vrijheid van leveranciers. Door hen te verplichten om specifieke producten aan te bieden – zoals vaste contracten voor zowel elektriciteit als gas – wordt hun strategische flexibiliteit ingeperkt. Dit staat haaks op het principe van een vrije markt, waarin ondernemingen zelf hun aanbod kunnen afstemmen op hun doelgroep en bedrijfsmodel. Dit betekent een aanzienlijke beperking van de commerciële autonomie, wat op termijn de diversiteit en innovatie op de markt kan ondermijnen."
FEBEG blijft zich inzetten voor een evenwichtige, klantgerichte en duurzame energiemarkt.