Artikel

Wagens op CNG: een mobiliteitsoptie die positief is voor klimaat en milieu

17/02/2020

De conclusie van een recente VRT-reportage die een vergelijking maakte tussen de verschillende motorisatietypes en hun impact op klimaat (uitstoot van broeikasgassen) en milieu (fijnstof en andere vervuilers)? Wagens op CNG (gecomprimeerd aardgas) zijn het kneusje wat betreft uitstoot van broeikasgas (CO2-equivalent). Wat het aspect ‘milieu’ aangaat, stond de CNG-wagen dan weer gunstig gerangschikt tegenover zijn de benzinemotor, en dit op basis van metingen in laboratorium (ruim 3 keer minder fijnstofuitstoot).

Volgens FEBEG zijn de conclusies van de VRT-reportage wat de uitstoot van broeikasgassen van CNG-wagens betreft fout en slechts beperkt onderbouwd door representatieve metingen of cijfers van de Belgische situatie.

Methaanlekken
De VRT-reportage wijst terecht op methaanlekken die plaatsvinden bij productie, transport en distributie van aardgas. De VRT besluit op die basis dat CNG minder performant is wat de klimaatbalans aangaat. Methaan (CH4) is de gasmolecule zélf (is hetzelfde voor  aardgas, biogas, gas uit veeteelt, organisch afval, landbouw, enz.). De overheden en de actoren in de gassector zijn wel degelijk op de hoogte van dit lekken. Deze vormen dan ook het voorwerp van monitoring en intense reductiemaatregelen. Methaan heeft een groter klimaatopwarmingseffect dan CO2, maar zijn levensduur in de atmosfeer bedraagt slechts een fractie van die van CO2. De uitstoot van methaan vormt een uitdaging voor de korte termijn terwijl de CO2 -effecten veel langer aanwezig zullen blijven in de atmosfeer.

Om de impact van methaanlekken vanuit de gassector te begrijpen, moet ook de context beschreven worden. Op wereldschaal vertegenwoordigt methaan ongeveer 15 à 16% van alle broeikasgassen (in Europa, EU-28, ongeveer 12%). Volgens het Europees Milieuagentschap vertegenwoordigt de methaanuitstoot vanwege de gassector amper ongeveer 5% van de methaanuitstoot in de EU-28, ruim voorafgegaan voor de uitstoot uit bijvoorbeeld veeteelt (35%), anaeroob afval (18%) en landbouw (10%). In fine vertegenwoordigt de methaanuitstoot van de Europese gassector op Europese schaal minder dan 0,6% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Het Europees agentschap stelt overigens vast dat er in 2015 zo’n 46% minder methaan lekte dan in 1990, wat wijst op de inspanningen die de sector al levert om het probleem in te dijken. Deze reductietrend zou zich in Europa verder moeten doorzetten vermits de hele gassector beseft dat de indamming van dit probleem cruciaal is voor zijn toekomst. De FEBEG-leden waarvan de moederbedrijven gasproductie- en -transportactiviteiten hebben, en alle Europese ‘majors’ engageren zich duidelijk in programma’s om deze lekkageproblematiek te bestrijden en op te lossen.

Belgische gasmix
De VRT-reportage schermt met hoge cijfers voor methaanlekken bij de Amerikaanse gasproductie. Wij spreken ons niet uit over deze beweringen maar benadrukken dat de Belgische gasmix uitermate onafhankelijk is van Amerikaanse gas (geen levering via pijplijn uit de VS, terwijl de LNG-levering vanuit de VS weliswaar groeit maar toch nog altijd marginaal blijft in West-Europa: ongeveer 3% van de gasinvoer van de EU). In 2019 kwam 42% van het in België gebruikte gas uit Noorwegen, 26% uit Nederland, 11% uit Qatar, 11% uit het VK, 4% uit Rusland, 4% van bronnen in het Oosten; het resterende saldo van 2% is gespreid over de VS, Angola en Egypte. De twee landen vanwaar we de hoofdmoot van ons aardgas invoeren, tonen een veel positievere balans dan de VS wat methaanlekken aangaat. Een voorbeeld: de belangrijkste Noorse gasoperator raamde de uitstoot van methaanlekken in het begin en het midden van de keten in 2017 op 0,03% tegenover 0,07% in 2014. (De vooruitgang is duidelijk.)

Horloges gelijkzetten inzake CNG-mobiliteit
De VRT-reportage houdt rekening met methaanlekken op het niveau van de gasketen, maar lijkt in alle stilte voorbij te gaan aan de methaanlekken bij de petroleumproductie en dus ook hun impact op de uitstoot van wagens met benzine- of dieselmotoren. Het IEA (International Energy Agency) raamt de methaanuitstoot die gekoppeld is aan petroleum- en gasoperaties, op ongeveer 79 Mt, ongeveer gelijk verdeeld over beide filières.
Volgens recent onderzoek van de VUB stoot een moderne CNG-wagen veel minder CO2 uit dan een gelijkwaardige benzinewagen, en dit zowel voor de 'well-to-wheel'-aspecten als voor de uitstoot over de volledige levenscyclus. Deze 'well-to-wheel'-evaluatie houdt rekening met methaanlekken bij de productie, het transport en de distributie van aardgas. Conclusie: de CNG-wagen stoot in alle gevallen 25% tot 35% minder broeikasgassen uit dan zijn benzine-evenknie. Hij stoot ook ongeveer 70% minder NOx en - zoals de VRT zélf vaststelt - drie keer minder fijnstof uit dan de benzinewagen.

Zowel de BEV’s als de CNG’s (elektrisch, resp. gas) tonen voor de Belgische context dus een betere klimaat- en milieubalans dan benzinewagens in dezelfde categorieën. Deze balans zou in de toekomst zelfs nog moeten verbeteren voor de CNG-wagens, op basis van de progressieve vergroening van gas (groen synthesegas, biogas, groene waterstof enz.).
Zoals ook de CREG zopas nog heeft onderstreept in recente studies, bieden de CNG-wagens in dit verband maar ook op economisch vlak een interessant alternatief om de mobiliteit en het transport in België te decarboniseren.