
Het recente thematische dossier bij het jaarverslag van Brugel (de Brusselse regulator) herinnert aan een hardnekkige realiteit: de residentiële energiemarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kampt met een gebrek aan dynamiek en diversiteit, veel sterker dan in Vlaanderen of Wallonië. Dit blijkt uit een opvallend verschil: Brussel telt slechts vijf actieve elektriciteitsleveranciers, tegenover twintig in Vlaanderen, en het aanbod aan contracten is er vier keer kleiner.
Deze situatie is geen toeval, maar het directe gevolg van een regulatoire omgeving en consumentenbescherming die, hoewel essentieel, onevenwichtig en weinig stimulerend is voor leveranciers. En dat allemaal in een kleine markt, wat de ‘cost to serve’ nog verhoogt.
Deze toxische regelgevingscocktail jaagt sommige spelers weg en ontmoedigt nieuwe toetreders. Dit beperkt sterk het vermogen van de markt om aanbiedingen te doen die aansluiten bij de diverse behoeften van Brusselse klanten. De doelgroep in Brussel bestaat niet alleen uit kwetsbare klanten. De Brusselse bevolking omvat een mozaïek van profielen en noden – van klassieke residentiële gebruikers tot elektromobiliteit en burgers die actief deelnemen aan de energietransitie.
In dit kader is het essentieel dat de toekomstige minister van Energie in het Brussels Gewest het herstel van een concurrerende markt als prioriteit beschouwt. Aangepaste regelgeving trekt meer leveranciers aan, stimuleert innovatie en verzekert Brusselaars van gevarieerde, competitieve aanbiedingen die aansluiten bij de uitdagingen van de energietransitie. Dit is een noodzakelijke voorwaarde opdat elke klant, ongeacht zijn profiel, toegang krijgt tot eerlijke en passende energieoplossingen.