Artikel
30 juni 2025
Afbeelding

Elia heeft op 27 juni 2025 haar vijfde bevoorradingszekerheid- en flexibiliteitsstudie gepubliceerd voor de periode 2026-2036. Dit tweejaarlijkse rapport, dat wettelijk verplicht is, evalueert de capaciteit van het Belgische elektriciteitssysteem om onder alle omstandigheden aan de vraag te voldoen.

Het bevestigt dat de bevoorradingszekerheid op korte termijn gewaarborgd is, maar dat er vanaf 2028 grote uitdagingen op ons afkomen.

Uit de studie blijkt dat, ondanks een trager dan verwachte elektrificatie van de industrie, de vraag naar elektriciteit de komende jaren sterk zal stijgen: van 82 TWh in 2025 tot 124 TWh in 2035 (een stijging van 51 % in tien jaar tijd). Deze groei, die wordt aangedreven door de elektrificatie van industrie, mobiliteit, warmtepompen en datacenters, zal leiden tot een toenemende behoefte aan regelbare capaciteit (d.w.z. stroom die op verzoek kan worden geproduceerd).

Tot 2028 blijft het systeem over het algemeen in evenwicht. Maar daarna ontstaat er een capaciteitstekort, dat in 2030 900 MW en in 2035 zelfs 2.200 MW zal bedragen. Dit tekort zal in 2036 nog sterk toenemen door de geplande sluiting van de twee laatste kernreactoren (Doel 4 en Tihange 3), waardoor een potentieel tekort van 4.900 MW ontstaat. Als de wetgeving ongewijzigd blijft, vereist dit omslagpunt weloverwogen en snelle beslissingen van de regering.

Volgens Elia blijft het CRM (Capacity Remuneration Mechanism) de centrale pijler van de bevoorradingszekerheid. Daarzonder zal het onmogelijk zijn om bestaande, essentiële, thermische capaciteit in dienst te houden en nieuwe investeringen in koolstofarme productiemiddelen aan te trekken. Maar dat alleen zal niet volstaan. Er moeten na 2035 mogelijk ook aanvullende hefbomen worden ingezet: bijkomend verlenging van de levensduur van bepaalde kerncentrales, versnelde ontwikkeling van offshore windenergie, versterking van de interconnecties of structurele vermindering van de vraag.

De studie benadrukt ook de toenemende rol van flexibiliteit, zowel aan de productie- als aan de afnamekant. Een betere afstemming tussen hernieuwbare productie en afname zou de kosten van het systeem tegen 2036 met 350 tot 500 miljoen euro per jaar kunnen verlagen. Dit veronderstelt aangepaste regelgevende stimulansen (dynamische tarifering, digitale meters, digitale instrumenten, enz.).

Marc Van den Bosch, general manager FEBEG : "Deze studie bevestigd de noodzaak om verder te werken aan een duidelijk, stabiel en voorspelbaar ondersteuningskader, met als belangrijkste hefboom het afstemmen van de CRM (werkingsregels, volumes, ‘strike price’, emissielimieten, enz.) op de uitdagingen die in deze studie worden gesignaleerd".

Het is duidelijk dat de vereiste volumes aanzienlijk zijn in alle scenario’s, de ontwikkelingstermijnen lang en de onzekerheden talrijk (vertragingen bij offshore projecten, onzekerheden over interconnecties, trage vergunningsprocedures, enz.). Het is daarom absoluut noodzakelijk dat de federale en regionale overheden de voorwaarden scheppen waardoor de marktdeelnemers de nodige investeringen tijdig kunnen realiseren.