
Op 6 mei jongstleden zijn, in relatieve discretie, de eerste “futures”-noteringen voor ETS2-quota verschenen op de internationale markten. De prijzen schommelden tussen 76,44 € en 81,66 € per ton CO₂ tussen 6 en 15 mei 2025. Dat ligt ruim boven de streefprijs van 45 € (NB: 59 € gecorrigeerd voor inflatie) die de Europese Commissie vooropstelt voor de periode 2027–2029.
Hoewel deze eerste noteringen met de nodige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd – de verhandelde volumes zijn nog beperkt – geven ze een duidelijk signaal: de koolstofprijs voor de transport- en verwarmingssectoren zou hoger kunnen uitvallen dan verwacht. En dus zwaarder kunnen doorwegen op de energiefactuur van gezinnen en bedrijven.
NB: Om de koolstofprijs tussen 2027 en 2029 binnen de beoogde bandbreedte te houden, voorziet de Europese Commissie een stabilisatiemechanisme via de marktstabiliteitsreserve (MSR), waarmee extra quota (allowances) op de markt kunnen worden gebracht bij buitensporige prijsstijgingen.
FEBEG heeft in een artikel van september 2024 al gewezen op deze problematiek: het is essentieel dat de overheden (zowel regionaal als federaal) duidelijk, gecoördineerd en tijdig communiceren over het ETS2-systeem. Gas- en brandstofleveranciers zullen onderworpen worden aan deze nieuwe koolstofprijs, die onvermijdelijk zal worden doorgerekend in de energieprijs.
ETS2 is, zo blijkt, potentieel een echte ‘game changer’. Zeker als, zoals de Vlaamse minister van Energie recent aangaf, het gepaard gaat met een ‘tax shift’ die de elektriciteitsfactuur moet verlichten door bepaalde heffingen te verschuiven naar fossiele energiebronnen die worden gebruikt voor mobiliteit en verwarming.
Marc Van den Bosch, general manager FEBEG: « Ja, een koolstofprijs is noodzakelijk als stimulans om de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van verwarming en mobiliteit te verminderen. Maar dat moet op een ordentelijke manier gebeuren, met transparantie en duidelijke communicatie. De leveranciers bedienen samen 3,58 miljoen aardgasafnamepunten in België. Deze gezinnen en bedrijven moeten kunnen anticiperen, plannen en weloverwogen investeringskeuzes maken — of het nu gaat om de keuze voor een nieuw verwarmingssysteem of een nieuw voertuig.»